Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [49]ik zag het beest, en de koningen der aarde, en hun heirlegers vergaderd, om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en tegen Zijn heirlegers. 49. Dat is, den antichrist zelf, die het hoofd van dit leger was, en die zijn drie onreine geesten had gezonden tot de koningen der aarde, om hen tot dezen laatsten krijg tegen Christus en Zijn Kerk op te maken. Waarvan zie hiervoor hfdst.16 vs.13,14.